dinsdag 23 januari 2007

Philip Roth - Everyman



Op 2 januari begon ik aan Everyman en schreef toen aan de boekgrrls: "Heb Everyman vanmorgen aangeschaft en ben inmiddels halverwege. Ik geniet, eh.. genoot, want nu ben ik midden in de medische verhandeling van alle vaataandoeningen waaraan onze hoofdpersoon geholpen wordt. Hopelijk houdt dat snel op en kan ik weer gaan genieten."

Het gekke is, dat dat wel een beetje is gebleven. De medische verhandelingen, met alle details van de kwaaltjes van deze en gene, konden me maar matig boeien, met name door hun uitgebreidheid. Maar de personen zelf, dus als ze meer dan hun kwalen zijn! Die kluisterden me aan het boek.

Bij de boekgrrls werd al snel de parallellen tussen Elckerlijc en Everyman. Wat opviel was dat in Elckerlijck een man wordt uitgenodigd door de Dood. De man wil pas meegaan als hij gezelschap heeft. Everyman daarentegen kan juist geen maatje vinden. Alle mensen in zijn omgeving zijn òf al dood (zijn ouders), òf te druk (zijn broer), òf inmiddels door hemzelf verlaten (Phoebe), òf hebben hem juist verlaten (zijn laatste vrouw), òf anderen hebben hen nodig (Nancy). Het gekke is dat Roth de situatie uit Elckerlijc eigenlijk omdraait. Zolang de hoofdpersoon in gezelschap is gebeurt hem niets. Hij komt immers elke keer goed door de operaties heen? Die laatste operatie is de situatie anders: hij ondergaat die alleen. En juist dan wacht de dood dan niet langer en slaat toe.

Het leven dat hij leidt in het ouderendorp zou het toppunt van heerlijkheid moeten zijn, maar het is vooral een toppunt van eenzaamheid. Zijn vader heeft een jaar of 10 voor zijn dood zich diep in zijn geloof gestort. Maar voor onze man biedt dat geen troost, geen houvast, geen gemeenschap. Integendeel.
"Religion was a lie that he had recognized early in life, and he found all religions offensive, considered their superstitio0us folderol meaningless, childish, couldn't stand the complete unadultness - the baby talk and righteousness and the sheep, the avid believers. No hocus-pocus about death and God or obsolete fantasies of heaven for him. There was only our bodies, born to live and die on terms decided by the bodies that had lived and died before us."
Bijna een geloof tegen het geloof. En zo doet de hoofdpersoon in alles zijn best om er vooral niet bij te horen. Met die vreselijke eenzaamheid als zijn beloning.

Ik weet niet of ik mezelf tot de jongere generatie mag rekenen (ik ben 37), maar ik voelde geen ergernis over de hoofdpersoon (lastig toch dat die geen naam mag hebben, ik zoek telkens naar andere termen om duidelijk te maken over wie ik het heb :-) ), maar vooral mededogen. Maar aan de andere kant moet ik wel toegeven dat ik wellicht toch ook iets van ergernis voelde over het eindeloos tot in de kleinste details beschrijven van alle kwaaltjes en aandoeningen. I couldn´t care less! Is dat iets dat met mijn leeftijd te maken heeft of kunnen al die details me gewoon niet zoveel schelen? Ziek is ziek!

Ik herken het wel, mensen die over weinig anders kunnen praten dan hun kwaaltjes. Dat komt veel voor bij ouderen, maar mijn eerste vriendje, die ernstig ziek werd toen hij 16 was, kon op een gegeven moment ook nergens anders meer over praten. Voor mensen wiens wereldje eigenlijk niet groter is dan hun kwaal, is dat ook het enige gespreksonderwerp. Net als jonge moeders alleen maar over hun baby kunnen praten (sprak zij vanuit ervaring :-) ). Vreselijk irritant voor anderen om hen heen!
Roth beschrijft het op p. 80 als volgt: "All but two were older than he, and though they assembled each week in a mood of comradely good cheer, the conversation invariably turned to matters of sickness and health, their personal biographies having by this time become identical with their medical biographies and the swapping of medical data crowding out nearly everyting else."

Uitgebreid werd gediscussieerd over de perfectie van alle bijfiguren. We kwamen erop uit dat dat eigenlijk allegorieën zijn: die broer, Phoebe en Nancy waren ook wel erg perfect en engelachtig hoor, zoals de Deugd, Geselschap, Familie etc ook betaamt. Dat zou mij ook ergeren :o) En het Deense modelletje was natuurlijk de IJdelheid ten voeten uit.

Ik hoop toch eerlijk dat doodgaan niet per definitie eenzaam is. Natuurlijk doe je het alleen, maar eenzaam? Om een wellicht kromme vergelijking te maken: klaarkomen doe je ook alleen maar in goed gezelschap voelt dat toch zeker niet eenzaam :-))

Al met al, een mooi boek waar ik veel over heb nagedacht.

zondag 21 januari 2007

Tracy Chevalier - The Virgin Blue



Een paar jaar geleden las ik 'Girl with a pearl earring' van dezelfde schrijfster en dat vond ik een prachtig boek. Het verhaal dat Chevalier verzon rondom het schilderij van Vermeer van het meisje met een gigantische parel in haar oor, dat over haar linkerschouder kijkt, is een geweldige roman. Mijn verwachtingen toen ik aan The virgin blue begon, waren dan ook hooggespannen.

Het verhaal is totaal anders van opbouw. Waar 'Pearl Earring' zich louter en alleen in het verleden afspeelde, is 'Virgin Blue' een mix van twee verhalen: het verhaal van de Hugenote Isabelle du Moulin, een vrouw die in het Frankrijk van de 16e leeft en het verhaal van Ella Turner, een Amerikaanse vrouw die aan het eind van de 20e eeuw met haar man verhuist naar Frankrijk en erachter komt dat haar voorouders waarschijnlijk uit Frankrijk komen. Zij besluit naar haar wortels op zoek te gaan en komt zo bij Isabelle uit.

De verhalen wisselen elkaar af, maar raken steeds meer vervlochten, tot ze in elkaar overgaan. Dat is mooi uitgewerkt, ware het niet dat alle, maar dan ook _alle_ losse eindjes afgehecht zijn. Niets meer om zelf over te fantaseren dus als je het boek uithebt. En daarom zijn mijn hooggespannen verwachtingen niet waargemaakt: 'Virgin Blue' is bij lange na niet zo goed als 'Pearl Earring'. Toch heb ik deze roman met veel plezier gelezen.

vrijdag 19 januari 2007

Greg Behrendt & Liz Tuccillo - He's just not that into you.



Wat een shitboek heb ik gelezen (excusez le mot). Het was dat ik vastliep in Den Haag gisteren (gelukkig kon ik bij mijn zus slapen, samen met vijf van mijn collega's, toch mooi hoe zo'n storm verbroedert/verzustert), anders had ik het niet eens uitgelezen.

Dit boek kocht ik ooit op het vliegveld omdat erop stond dat het van de schrijvers van Sex & the City is. En daar ben ik toevallig dól op. Dus ik verwachtte iets chicklit-achtigs over relaties en sex enzo. Maar het bleek een zelfhelpgids te zijn om je als vrouw te kunnen bevrijden van die relaties met die foute mannen waar je toch telkens energie in blijft steken.

Nou heb ik toevallig op dit moment een (voor mij dan :-) ) bijna perfecte man aan de haak, dus geen behoefte aan adviezen hoe daar een eind aan te maken. Een ander iets dat me vreselijk tegenstond was het hoge gehalte aan Amerikaanse dating-mores, zoals ik die ook uit The Rules (nooit gelezen maar teveel over gehoord) ken: bel hem nooit, maar wacht tot hij belt: mannen zijn nu eenmaal jagers. En meer van dat soort onzin.

Ben ik dan alleen maar vreselijk negatief over dit boek? Nee, dat dan weer niet. Op zich is de vorm waarin het boek gegoten is vermakelijk en origineel. Zo wordt als hoofdstuktitel telkens een uitspraak als: 'He's just not that into you if he's breaking up with you' of 'He's just not that into you if he's having sex with someone else' etc. etc gebruikt. In de hoofdstukken brieven van vrouwen die klagen over hun kerel en eindigen met hoop dat zij door afwachten of actief ingrijpen de relatie zouden kunnen veranderen in de perfecte droomrelatie.

Die brieven worden door Greg beantwoord op een soort van 'Yeah, right! Geloof je het zelf?'-manier. Dan komt Liz aan het woord die vertel t waarom het beeindigen van een relatie met (even aanhakend bij de bovengenoemde thema's) van iemand die het met jou uitgemaakt heeft (maar blijft bellen of jij hem) of die het met een ander doet (hij heeft nou eenmaal meer behoefte aan sex) haar moeilijk zou vallen (bottom line: liever een slechte relatie dan geen). Dan wordt een soortement ideaalplaatje geschetst en eindig elk hoofdstuk met 'werkboek-opdrachten', die erg grappig zijn.

Nou, ja, om kort te zijn: dit boek gaat in de ruildoos.

zaterdag 13 januari 2007

Julia Alvarez - Een betere wereld



Dit is het derde boek van Alvarez dat ik las. Lang, lang geleden las ik 'In de tijd van de vlinders', later 'In de naam van Salomé' en nu dan 'Een betere wereld'.
Alvarez schrijft over sterke vrouwen, die het nodige meemaken in onder druk staande maatschappijen. Verder komt regelmatig het letterlijk leven tussen twee culturen in naar voren. Zo ook in dit boek.

Hier draait het om twee vrouwen. Ten eerste een schrijfster, Alma, die op jonge leeftijd de Dominicaanse Republiek ontvluchtte en nu, op 50-jarige leeftijd in een dorp in Vermont leeft. Zo'n dorp waar niets gebeurt, waar iedereen via de achterdeur bij zijn buren naar binnen gaat etc. In die troosteloze omgeving wordt ze geacht hard te werken aan haar nieuwe roman, een Caribische familiekroniek, maar dat wil nog niet zo vlotten. Hierdoor raakt Alma in een depressie. Aan het begin van het boek staat Alma op het punt de hele onderneming maar te laten voor wat het is.
Haar Amerikaanse man Richard werkt voor een internationale hulporganisatie en wordt naar de Domincaanse Republiek uitgezonden om daar een 'Ecocentrum' te starten, als zoethoudertje voor de bewoners van het dorp waar een Amerikaanse farmaceut een AIDS-vaccin klinisch test.

Tegelijkertijd lezen we een verhaal waar Alma aan werkt, het relaas van Doña Isabel, een Spaanse rectrix van een weeshuis. Zij krijgt in 1803 een afgezant van de Spaanse koning, Don Francisco Balmis, op bezoek die haar meedeelt dat ´haar jongens´ door de koning zijn uitverkoren om het pokkenvaccin, wat in die tijd net ontdekt was, naar de Nieuwe Wereld te brengen. Als levende dragers, wel te verstaan. Isabel laat haar jongens niet alleen en reist met ze mee. Het ve rslag van die reis wordt afwisselend verteld met het verhaal over Alma.

Natuurlijk zijn de parallellen tussen beide vrouwen snel te trekken: beiden hebben geen eigen kinderen, maar zorgen voor de kinderen van een ander (Alma voor de zonen van Richard, Isabel voor de weesjongens). Beiden vallen ze voor de gedrevenheid waarmee de mannen in hun leven (Richard en Don Francisco) zich inzetten voor verbetering van de omstandigheden van minder fortuinlijken dan zijzelf.
In beide gevallen betreft het een vaccin tegen een tot dan toe nog onbehandelbare, dodelijke, ziekte (pokken, AIDS). In beide gevallen is de ontvangst van deze wereldverbeteraars niet alleen maar met tromgeroffel en gejuich omlijst. Tegenwerking van de onderkoning in Mexico in het geval van Isabel en een gijzelingsactie in het geval van Alma maken de hoofdpersonen in het boek twijfelen aan zichzelf en hun missie.
Toch lopen beide verhalen niet geheel synchroon, en dat maakt het einde minder voorspelbaar dan ik vreesde.

In het algemeen is het een prettig geschreven boek, al moet ik eerlijk toegeven dat ik de verhaallijn van Isabel interessanter vond dan die van Alma. Kennlijk kan ik me beter identificeren met een vrouw die een hele hoop kinderen om zich heen heeft dan met een vrouw van 50 die aan een depressie lijdt... :-) En ook het Amerikaanse tintje aan het verhaal van Alma en haar man vond ik minder geslaagd dan de meer Caribisch geörienteerde romans die Alvarez eerder afleverde. Ergo, prima leesvoer maar als je moet kiezen uit verschillende boeken van Alvarez, dan zou ik eerder geneigd zijn om 'In de tijd van de vlinders' of 'In de naam van Salomé' aan te raden.

Vertaald door Ineke van Bronswijk
Oorspronkelijke titel: Saving the world (2006)

vrijdag 5 januari 2007

Károly Pap - Azarel



Een korte roman (226 p) over een Joods-Hongaars gezin aan het begin van de vorige eeuw.

Het verhaal
Een rabbijn en zijn vrouw staan hun derde kind af aan de godsdienstwaanzinnige vader van de rabbijn. De grootvader en zijn kleinzoon, Gyuri, wonen in een tentje en houden zich bezig met bidden en zich reinigen voor het gebed.
Omdat Gyuri alle rituelen waaraan zijn grootvader doet en hemzelf blootstelt niet begrijpt, en hem bovendien niets uitgelegd wordt, verzint hij van alles om de dingen die om hem heen gebeuren te verklaren. Zo praten de meubelstukken bijvoorbeeld tegen hem over de gebeurtenissen in zijn leven.
Als de grootvader komt te overlijden, gaat Gyuri terug naar huis. Maar daar kan hij niet meer goed aarden. Zijn gewoonte om zijn fantasie de vrije loop te laten wordt absoluut niet gewaardeerd in het erg op de uiterlijke schijn gerichte gezin van de rabbijn.
Naarmate Gyuri ouder wordt, krijgen zijn ouders en hijzelf een steeds grotere hekel aan elkaar. Dit wordt op een gegeven moment zelfs zo erg, dat de 9-jarige Gyuri op een middag het huis uitgezet wordt omdat hij het bestaan van God in twijfel trekt.
De roman eindigt met een keus: buigt Gyuri of barst hij?

Het begin en het eind van het boekje waren prachtig, de beschrijvingen van de rituelen, de afkeer van de christenen en de zwaarte van het geloof zijn geweldig beschreven. Het middendeel vond ik veel, maar dan ook veel te lang. De eindeloze litaniën van Gyuri en zijn ouders over de ontstane situatie en de uitzichtloosheid ervan gingen me zelfs zo tegenstaan dat ik diagonaal ben gaan lezen. Pas vlak voor het eind greep het boek me weer. Ben blij dat ik het niet heb weggelegd.

Azarel werd in 1937 uitgegeven en heet oorspronkelijk ook Azarel, dit is de achternaam van het gezin. Vertaald door Györgyi Dandoy is het in 2003 door Ambo uitgegeven.